Een bakkie soep met Janneke!
Een bakje soep met….
In deze serie maak je kennis met de mensen achter De Haagse Soepbus. De vrijwilligers, de leveranciers en de vertegenwoordigers van organisaties waar we mee samen werken. Deze keer kijken we terug met Janneke Holman, fractievoorzitter van de Haagse PvdA, over haar ervaring op onze befaamde ‘derde stoel’.
Hoi Janneke, welke soep eet je zelf het liefst?
“Hmm, ik heb natuurlijk wel eens moeilijker vragen gehad, maar hier moet ik toch even over nadenken. Er zijn zo ontzettend veel lekkere soepen. Als ik echt een favoriet moet kiezen dan ga ik toch voor de tomatensoep. Die eet ik zelf het vaakst en eigenlijk ook het liefst.”
Oh, een tomaat. Die had ik eerder bij de SP verwacht.
“Hahaha, misschien wel ja, maar ik kan moeilijk rode rozensoep antwoorden. Bovendien doen we het natuurlijk wel een beetje op zijn PvdA/Groen Links want het is tomatensoep zonder gehaktballen. Zeg maar een lekkere basilicum-tomatensoep, en met die rode roos in een mooi vaasje op tafel!”
Kende je de Soepbus eigenlijk al voordat je ons kwam helpen?
“Jazeker! Ik ben inmiddels alweer zeven jaar raadslid en woordvoerder dakloosheid, dus ik ben al vaker bij de Kessler Stichting langs geweest. Inmiddels is dat KesslerPerspektief en ook de Soepbus is nu een zelfstandige stichting, maar ik weet nog wel dat de medewerker die ons destijds een rondleiding gaf ook vol trots de Soepbus liet zien. Dus het was een oud weerzien met de plek waar ik me nu moest aanmelden. Ik moet wel zeggen dat jullie nu een veel mooiere bus hebben. Ook heel goed dat het een elektrische bus is!
En hoe vond je het om mee te helpen?
“Indrukwekkend, zou ik willen zeggen. Al is dat niet helemaal het goede woord, het is ook vooral schrijnend om te zien hoeveel mensen bij de Soepbus langskomen. Laat me beginnen te zeggen dat die ‘derde stoel’ van jullie een prachtige uitvinding is. Het geeft mensen die eens kennis willen maken met het werk van de Soepbus de perfecte gelegenheid om dat te doen. Ik zou iedereen ook willen aanraden om het eens te doen. Verder was ik onder de indruk van de soepele manier waarop de vrijwilligers van de Soepbus de boel draaiende houden. Je hebt echt het idee dat je in een goed geolied machientje terecht komt en het is ook gewoon leuk mee te helpen brood te smeren, soep op te warmen en de bus in te laden. Op een heel andere manier was ik weer onder de indruk van de mensen die bij de Soepbus komen en de lengte van de rij. Dat is schrijnend, al toont het ook meteen aan dat de Soepbus keihard nodig is.
Was dat een nieuwe ervaring voor je?
“Nee, dat bepaald niet. Ik ben wel eens met een boswachter op stap geweest die me de tentjes wees waar dakloze mensen in verblijven en ook ben ik met het Straatconsulaat mee geweest om ’s avonds maaltijden uit te delen en mensen te vragen of ze toch niet liever binnen willen komen omdat het toen wel heel erg koud op straat was. Daarnaast ziet iedereen die in Den Haag om zich heen kijkt voldoende voorbeelden van dakloze mensen en realiseer ik me ook maar al te goed dat er nog veel meer voorbeelden zijn die we niet zien. Dus nee, het is niet nieuw voor me, al maak ik me tegenwoordig ook grote zorgen over het grote aantal EU-migranten dat op straat terecht komt. Ook dat kon ik heel duidelijk bij de Soepbus zien.”
En wat doet de gemeente daaraan?
“De gemeente werkt zich een slag in de rondte om het beheersbaar te maken en ik heb een diep respect voor de inzet en betrokkenheid van de ambtenaren die zich hiermee bezighouden. Aan de andere kant is het dweilen met de kraan open en is het niet alleen een probleem van Den Haag, of alleen van de grote steden, maar van heel Nederland. Het is tijd dat Den Haag, en dan bedoel ik de landelijke politiek, en Brussel, want dit is ook een Europees probleem, hun verantwoordelijkheid nog meer gaan nemen. Het mag gewoon niet zo zijn dat arbeidsmigranten als wegwerpartikelen door werkgevers en uitzendbureaus op straat worden gezet. Ik blijf me hard maken voor ons beleid dat ervoor moet zorgen dat in 2030 niemand meer dakloos hoeft te zijn, ook omdat het altijd goed is om een duidelijk stip op de horizon te hebben. Maar, eerlijk is eerlijk, als je dan die rij bij de Soepbus ziet is het moeilijk om niet sceptisch te worden.”
Zullen we nog maar een tomatensoepje doen dan?
“Yup, zonder ballen!”


